I rest my case
Lieve Jij,
Vandaag ontving ik per post de uitspraak van de rechter, over de zaak die tegen mij is aangespannen door een tante. Deze persoon is in mijn ogen een stalker, die me al jaren het leven zuur probeert te maken. Ik schrijf er iets over in mijn laatste boek: ‘Voorbij alle verhalen’ en ook in mijn eerdere nieuwsbrieven. Voor mijn trouwe lezers is dit niets anders dan dat ik voortborduur op een lang verhaal. Ik doe me niet eens de moeite om te reageren op alle aanvallen.
Dat is natuurlijk anders als er een dagvaarding in de brievenbus ligt en ik voor de rechter moet verschijnen. Niet alleen ik word gedagvaard, maar ook Uitgeverij de Vrijheid. Martien Kooy, mijn steun en toeverlaat en medeoprichter, staat aan mijn zijde. Daar zit ze dan, de tante. Aan de rechterkant, met tussen ons in haar advocaat. Tegenover, op een kleine verhoging, bevindt zich de rechter en de griffier, met achter ons Ineke die notuleert.
Het eerste dat de rechter inbrengt, is het filmpje van het boek dat mij door deze tante werd gestuurd. Dit met oude e-mails en brieven van mijn moeder. Hier is duidelijk te zien dat ik met een obsessief persoon te maken heb. Want wie doet dit? Het zijn maar een aantal regels die ik hierover schrijf. Ik ga niet eens inhoudelijk op het verhaal in en toch moet ik me nu verantwoorden. Ik vertel de rechter over mijn verleden. Hoe ik jaren systematisch ben geterroriseerd en het mijn goed recht is om een legitieme mening te vormen en te uiten. Ik ben immers schrijfster en journaliste.
Behalve het recht op meningsuiting, is er ook de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Mag ik zomaar zeggen wat ik vind? Of mag ik alleen maar positieve meningen ventileren over personen? Welke afweging wordt er gemaakt? Zoals het de rechtbank betaamt, is er hoor en wederhoor. Iedereen mag zijn zegje doen. Ik heb eigenlijk niet zoveel toe te voegen aan het verweer dat ik al heb geschreven. Ik zit er ook zonder advocaat. Martien en ik zijn zonder papier en pen gekomen, terwijl de tegenpartij gewapend is met een dik dossier. Al die flauwekul, daar doen we niet aan.
Ik beroep me op mijn grondrechten en maak duidelijk dat ik niet van plan ben om in te gaan op de sommaties. Ik zal nooit tekst verwijderen, als mij dat wordt opgedrongen. Noch ben ik van plan om een waarheidsgetrouwe ervaring te rectificeren. Al helemaal bied ik geen excuses aan of laat ik me dwingen om in een nieuwsbrief iets te schrijven dat niet van mezelf komt.
De rechter vraagt hoe ik tegen de geëiste vergoeding van 500 euro per dag aankijk, als ik niet doe wat de tante wilt. ‘Ik ben nergens bang voor’, zeg ik. ‘Als dit nog een staartje krijgt, kan ik wel drie dagen vullen met getuigen die kunnen bevestigen wat ik zeg.’
Dan is het twee weken wachten op de uitspraak. Ik kan niet begrijpen waarom dit zoveel tijd vergt, maar nu snap ik het beter. De uitspraak bestaat uit zeven pagina’s, waarbij inhoudelijk wordt aangegeven hoe de rechter tot zijn besluitvorming is gekomen. Er wordt ingegaan op de standpunten van beide partijen. Ik ben verbaasd hoe precies deze casus op papier is samengevat en ook over het foutloos taalgebruik. Verrast ben ik dat er zo goed geluisterd is naar de standpunten van beide partijen. Helemaal blij ben ik met de beslissing. De rechter wijst alle vorderingen van de tegenpartij af en veroordeelt de tante om het griffierecht van uitgeverij de Vrijheid te betalen. Hij is de mening toegedaan, dat mijn uitspraken niet onnodig grievend zijn, omdat de tante wel degelijk haar aandeel in dit verhaal heeft.
Ik slaak een diepe zucht, er bestaat wel degelijk gerechtigheid. Hier komt een tijdperk ten einde, dat voor mijn gevoel al afgerond was met het overlijden van mijn moeder. De tante wist niet van ophouden en dit is het resultaat. In niets worden haar eisen en sommaties gehonoreerd.
Hoewel de rechter heeft besloten dat ik de alinea niet uit het boek hoef te halen, ga ik dit wél doen. Dit is een vrijwillige keuze vanuit het hart. Ik heb mijn punt gemaakt, dat ik nooit zal zwichten voor absurde eisen of voor censuur. Kom je aan de vrijheid van meningsuiting, dan kom je aan de kern van het menszijn. Dat vindt de rechter ook. Om de betreffende alinea alsnog te verwijderen, is een liefdesdaad. Daarmee ontstijg ik mezelf, ga ik voorbij dit verhaal en laat het achter me.
Vrijheid is het hoogste goed van een mens op aarde. Daar valt niet aan te tornen, maar de hoogste vrijheid is de innerlijke vrijheid. We bevrijden ons van alles dat niet met ons resoneert en laten vrij wat niet bij ons past. Vanuit het diepst van mijn hart zegen ik Til, omdat ik weet dat zij dit als een diepe vernedering moet verdragen. Een kosmische tik op de vingers. Genoeg is genoeg, hou ermee op.
Ik zeg dank aan de rechter, de griffier, het Nederlands recht, aan de vrienden die met mij begaan zijn, aan de lezers van mijn nieuwsbrieven voor de hartverwarmende reacties en ook aan tante Til. Ik kan nog steeds liefde voelen. Ik heb mededogen en compassie. Wat heeft zij van mij nodig? Ik ben bereid om alles te geven, als het maar vanuit liefde is. Praat met mij, vertel me over je pijn. Ik zal luisteren. Scheld maar, schreeuw maar, ik kan het hebben. En als je uitgeraasd bent, zal ik je omarmen. There must be another way, and I rest my case.
Ik schenk een koud glas Chardonnay in, voel me gelukkig en toast op deze afloop.
En op de universele rechtvaardigheid, die aan wetmatigheden is gebonden.
Ik hoop dat je met mij mee toast…
Liefs, Lilian